Het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom ("BOIP") heeft de oppositie toegewezen en heeft geweigerd het EAU CROCO-merk te registreren.
In hoger beroep kwam het Hof overeen dat zowel EAU CROCO als het Lacoste-logo het concept van een krokodil opriepen. Terwijl het publiek onmiddellijk bij het zien van het krokodillenlogo aan het merk Lacoste zou denken, belette dat niet dat het logo ook het concept van een krokodil suggereerde.
In tegenstelling tot het BBIE, dat van oordeel was dat ook de tekens tot op zekere hoogte hetzelfde klonken, oordeelde het hof dat het Lacoste-logo niet uitgesproken kon worden. Ondanks het feit dat er geen auditieve gelijkenis was en er geen visuele gelijkenis was, werd aangenomen dat het conceptuele aspect van beide tekens, dat wil zeggen met betrekking tot krokodillen, verwarringsgevaar veroorzaakte.
Interessant is dat het Hof van oordeel was dat dit gevaar voor verwarring zou toenemen omdat parfum gewoonlijk op de markt wordt gebracht als een reeks geuren met verschillende maar onderling verbonden namen. Het publiek zou daarom kunnen geloven dat een EAU CROCO-parfum deel uitmaakt van dezelfde lijn als parfums met het Lacoste-logo.
Lacoste biedt verschillende varianten parfums, met verschillende namen en het logo van Lacoste heeft daarnaast grote bekendheid onder het publiek. Er bestaat een grote kans dat een koper van parfums denkt dat het luchtje met de naam ‘EAU CROCO’, een parfum is van het merk Lacoste.
Uit deze uitspraak kan een belangrijke les worden getrokken. Bij het registreren van een merk, dient men zich er van te vergewissen of het merk begripsmatig, auditief dan wel visueel overeenstemt met een al geregistreerd merk. Ook wanneer een merk enkel begripsmatig, auditief dan wel visueel overeenstemt met een al geregistreerd merk, dient men er rekening mee te houden dat een bekend merk grotere bescherming geniet.
Bronnen: Bird&Bird, BRight en abcor